Willem I (1772–1843)
In 1815 verliest Napoleon de slag bij Waterloo. De overwinnende landen vinden dat de grenzen van de gebieden in Europa opnieuw moeten worden vastgesteld. Nederland, België en Hertogdom Luxemburg worden samengevoegd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In het noorden van het koninkrijk betalen ze met de gulden en in het zuiden met de Franse franc. Eén van de beide munten moet het symbool worden van het Koninkrijk der Nederlanden. Koning Willem I en zijn regering kiezen ‘de gulden’ De gulden wordt de nationale munt voor het hele land, en niet defranc. Vanaf 1825 mag er niet meer met de Franse franc betaald worden. Willem Frederik van Oranje (de zoon van de laatste stadhouder Willem V), zet voet aan wal op 30 november 1813 en wordt met groot gejuich ontvangen op het strand van Scheveningen. Willem I vindt de economie belangrijk en richt de Nederlandsche Bank op in 1814, ook al zien de meeste mensen de bank helemaal niet zitten.
Op 28 September 1816 werd de eerste muntwet van het (toen nog met België verenigde) Koninkrijk der Nederlanden ingevoerd. in 1816 wordt ook het randschrift ‘God zij met ons’ ingevoerd.
Een aantal Franse vernieuwingen werden gewoon gehandhaafd, zoals het decimale stelsel dat dus ook voor het geld werd ingevoerd en het principe van de dubbele standaard, waarbij zowel zilveren als gouden munten onderling inwisselbaar zouden zijn. En uiteraard bleef de Gulden gehandhaafd.
De Gulden van de vroegere Republiek, met een zilverinhoud van 9,61 gram werd dus niet meer verdeeld in 20 stuivers van 8 duiten maar in 100 centen.
In 1839 werd de zilverinhoud van de gulden iets verlaagd, zodat 10 zilveren guldens in waarde gelijk werden aan het gouden tientje. Tegelijkertijd werd het drie guldenstuk vervangen door een munt van f 2,50, die beter in de serie paste.
“Den koperen Konink” noemde het volk hem, omdat bij de plechtigheid weinig zilvergeld en veel koper was uitgedeeld.





Mintage 42.700
Sch 258
















Mintage 252.202
Sch. 259
zeldzaam








Mintage 543.567
Sch. 260








Er is een Piedfort variant van de 1820 Op dubbele zwaarte. Jong hoofd naar rechts met naam van graveur MICHAUT op de halsafsnede, daaronder Romeinse olielamp met anker. Mmt. fakkel, mt. mercuriusstaf. Randschrift GOD ZIJ MET ONS en ingeslagen mercuriusstaf. , Silver19.55 g. RRR Verkocht door Schulman voor 1600 euro.












Mintage 1.145.097
Sch. 261
















Mintage 1.096.250 met steepje (a) zonder streepje (b)
























Mintage 382.810
Geslagen in Brussel
Variant met overslag op 182_
Michaut
Michaut, Auguste François, Frans beeldhouwer, medailleur en ontwerper van munten (1786-1879). Werd door Willem I in 1815 benoemd tot “medailleur des Konings”. De contacten met Michaut waren vanuit Nederland gelegd nadat hij bij een ontwerpwedstrijd in 1815 de eerste prijs had behaald met een penningbeeltenis van de Franse koning Lodewijk XVIII.
Michaut werd opgedragen de matrijzen en ponsoenen voor de nieuwe munten met het portret van koning Willem I te leveren, te weten de 10, 3, 1 en 1/2 gulden. Hij kreeg ook toestemming tot de aankoop van de door hem verlangde werktuigen (een pers van Salneuve en enige andere werktuigen). Zijn naam staat afgebeeld in de halssnede van het borstbeeld van Willem I.



