Het Utrechtse provinciale munthuis ontwikkelde zich tot een van de meest productieve van de Republiek. Alle generaliteitstypen werden hier geslagen. Tevens werden hier, net als in het Hollandse munthuis te Dordrecht de “betere” provinciale typen geslagen.
Utrecht





- MM: Johan van Romond
- 2e bus 1680-1684
- Mintage 1682-1684: 62.575 stuks
- 1681, Silver Type I. Staande Nederlandse maagd, jaartal op altaarsokkel.
- Kz. gekroond provinciaal wapen tussen waarde I -G.
- Omschrift MO. NO. ARGENT. ORDIN. TRAI. Gladde rand.10.18 g.
- R
















- proefslag in Goud








1684 geen guldens in afbeeldingen tegengekomen, wel de 3 gulden








- MM:Johan van Romond
- 3e bus 1684-1689
- Mintage prov.guldens in 1687: 85.730
De 1687 variant heeft de punten midden tussen de letters laag (zie MO.NO.ARGENT.ORDIN.TRAI)








De 1687 variant heeft de punten liggend tussen de letters (zie MO.NO.ARGENT.ORDIN.TRAI)
In 1694 besluit de Staten-Generaal bij plakkaat van 13 maart tot de invoering van de nieuwe gulden als generaliteitsmunt. Volgens een concept resolutie van 18 maart 1693 zou er een stempelsnijder generaal worden aangesteld die voor alle gewesten de stempels zou gaan snijden. Waarschijnlijk is deze procedure uitsluitend in het jaar 1694 gevolgd. Mogelijk zijn de stempels met het jaar 1694 op de Hollandse munt in Dordrecht gesneden. De stempels zijn uitsluitend bedoeld voor de provinciale munthuizen. De Rijkssteden worden schadeloos gesteld voor de sluiting van hun munthuizen. Alleen in Holland en Gelderland is het in 1694 daadwerkelijk tot aanmunting van 1 gulden munten gekomen.








Door de stempelsnijder-generaal Daniël (Gible) Drappentier gesneden stempels van 1694 waren bedoeld geweest voor alle munthuizen.. behalve de stedelijke, en zijn er in Gelderland en Holland daadwerkelijk guldens 1694 geslagen.
maar.. de gulden-stempels 1694 zijn in Utrecht ook niet volledig onbenut gebleven.
In 1697 werd met de stempels een gulden geslagen waarbij onder de 7 nog duidelijk de 4 te herkennen is.
Een hele zeldzame gulden… RRR.








- MM: Johan van Romond
- 6e bus: 1696-1699
- Mintage guldens in 1797-1698: 63.275








- Dit is waarschijnlijk een valse 1697. Let op de vreemde 1
















- MM: Johan van Romond
- 7e bus 1699-1703
- Mintage Ned.guldens tussen 1701 en 1703: 131.595 stuks
- Van de 1701 is ook een gouden variant bekend








1701 over 1697
Zeldzaam
















- MM: Johan van Romond
- 1703-1706
- Mintage Ned.guldens tussen 1704 en 1706: 138.945 stuks
















- Hier komt voor het eerst het wapenschildje van utrecht op de munt. Deze variant is zonder schild
gewicht 10,38gr. ; zilver Ø 31mm.
Het jaartal 1706 is gewijzigd uit eerder vervaardigde muntstempels van 1703 en 1702. Deze dubbele jaartalwijziging is tot op heden ongepubliceerd. Hoogst zeldzaam.
Delmonte- (vgl.1182) ; Verkade 111.2 ; van der Wiel- (vgl.12) ;
HNPM.- (vgl.72) ; CNM.- (vgl.2.43.118) R4












- variant met schild