Het recht op muntslag in de provincie Zeeland werd met name door de provincie Holland betwist. De (decentrale) politieke verhoudingen lieten echter toe dat Zeeland in 1580 toch een eigen munthuis kon openen. Op het gebied van de muntslag bleven de verhoudingen tussen de beide gewesten slecht. Waar Holland pleitte voor het bovengewestelijk belang van een geordend muntwezen, koos Zeeland een eigen koers. Hetgeen bijvoorbeeld resulteerde in te lichte Zeeuwse daalders, 1/3 en 1/6 snaphaanschellingen en “illegale” 1/4 en 1/8 rijksdaalders van een te laag gehalte. Gezien de eigengereidheid op muntgebied, is het bijna verwonderlijk dat er in Zeeland nog 1 gulden stukken zijn geslagen. Dit is tenslotte de ultieme generaliteitsmunt.
Er bestaan guldens van het jaar 1763, waarbij de “3” uit het jaartal enigszins misvormd is. In een aantal gevallen (veilingcatalogi) is gesuggereerd dat het hierbij zou gaan om een overslag 1763/1762. Het gaat hierbij echter gewoon om een wat eigenaardig gesneden “3” in de cijferponsoenen. J.C. van der Wis leverde hiervoor het overtuigend bewijs door te wijzen op het bestaan van Zeeuwse scheepjesschellingen waarvoor dezelfde ponsoenen zijn gebruikt (Beeldenaar 1998-4). Diverse auteurs en catalogi (Zonnebloem-catalogus, 5e editie) vermelden tevens guldens met het jaartal 1765. Van dit jaartal is slechts een gouden afslag bekend (Collectie De Nederlandse Bank). Zilveren exemplaren zijn niet aangetroffen.
Muntmeesters
Alle Zeeuwsche muntstukken, met uitzondering slechts van enkele koperen en zilveren, die geen muntteeken vertoonen, voeren als zoodanig een burgt, wel soms van afwijkende teekening, maar toch kennelijk voorstellende het wapen van Middelburg
Ook de muntmeester HOLTZHEIJ, die in 1753 optrad, na van 1749 tot 1752 in gelijke betrekking aan de Geldersche munt te hebben gewerkt, is aan die gewoonte getrouw gebleven.
Pallas heeft een ronde hoed op de lans, en de letters U zijn ook rond (in plaats van een ‘V’)









MM: Martinus Holtzhey (vader en zoon)
1e bus (1758-1765)
Mintage Ned.Guldens: 214.320 stuks








variant met punt onder GL
Kroon heeft 3 ruitjes








variant met GL punt








gewicht 10,45gr. ; zilver Ø 32mm.
Delmonte 1181 ; Verkade 91.3 ; HNPM.65 ; CNM.2.49.72
R
Hierna zijn geen Nederlandse 1 hele Guldens geslagen. In 1791 zijn er nog voor 7340 Mark aan halve en hele guldens voor O. I. C. geslagen.
Een (halve) gulden die nog even de moeite waard is om te vermelden is de halve gulden uit 1719.








In Juli 1799 is die munt opgeheven.