Zutphen ontvangt in 1190 stadsrechten. De vroegste muntslag dateert uit de 12e eeuw. Het zijn de munten op naam van Hendrik I en Otto I die naar alle waarschijnlijkheid in Zutphen zijn geslagen (1). Sinds die tijd wordt er in Zutphen op onregelmatige basis munt geslagen. In 1606 werd echter door de gewestelijke overheden besloten dat de steden geen munten meer zouden slaan. In plaats van de inkomsten uit de munt werd een jaarlijkse vergoeding van 2000 gulden van de “Staat van oorlog” ten behoeve van het onderhoud van de verdedigingswerken aangeboden. Op deze voorwaarde werd ook de Zutphense munt gesloten.
In 1686 wordt de muntslag hervat. Dit was voor Zutphen winstgevender dan de jaarlijkse compensatie van 2000 gulden. Herman van Baijen was als muntmeester bereid voor 1000 dukatons (3150 gulden) de munt te pachten. De aanmunting betrof aanvankelijk vooral de nieuwe Statenmunten; driegulden, gulden en tien stuiver. In 1687 wordt voor 2500 mark zilver aan guldens gemunt (muntboek Zutphen). De stijgende zilverprijs in combinatie met de strikte voorschriften ten aanzien van gehalte en gewicht van de nieuwe guldens maakte het al snel onmogelijk nog winst te maken op de aanmunting van de nieuwe statenmunten. Ter compensatie gaf het stadsbestuur de muntmeester toestemming tot de meer lucratieve aanmunting van koperen duiten.
In 1692 werd het munthuis wederom gesloten en ditmaal voorgoed. Op 17 maart 1694 wordt bevestigd dat de stad hiervoor een compensatie van 4000 gulden per jaar zal ontvangen. Pas op 26 februari 1809 werd bij besluit nr.12 van koning Lodewijk Napoleon een einde gemaakt aan deze jaarlijkse vergoeding.
Er zijn 3 varianten van de gulden uit 1697
- 1687, D.1169, kpk1862, mintage 57.935
- 1687, D.1169 N in spiegelbeeld, kpk1862, mintage incl. deze 2500 mark/57.935stuks
- 1687, Piedfort, kpk1863 *
*) Piedfort (Engels: piedfort, Frans: piéfort, Duits: Piedfort) is een Franse term in de Nederlandse en Vlaamse numismatiek voor een munt geslagen op een dubbeldikke, soms zelfs driedubbeldikke rondel. Piedforts zijn niet bedoeld en ongeschikt voor de omloop.



HAC NITIMV – HANC TVEMVR
MO.NO.ARG.CIV.ZVTPHANIÆ
Muntmeester: Herman van Baijen (1686-1692)
Stempelsnijder: Johan Sluyter (1686-1691)
Variant met de normale ‘N’ komt zelden voor. Afbeelding volgt